In memoriam: Harry Rondhuis
Het is al weer een heleboel jaartjes geleden, dat ik in het gemeentehuis van Emmen een koninklijke onderscheiding kreeg opgespeld door de toenmalige burgemeester Cees Bijl.
Toen ik onlangs de kasten aan het opruimen was, kwam ik de bewuste doos tegen en realiseerde me meteen, dat ik het speldje eigenlijk nooit in het openbaar had gedragen. Dat lintje vond ik toen een beetje flauwe kul, maar tegenwoordig denk ik daar wat “genuanceerder” over, zoals dat heet. Naarmate je ouder wordt krijgt zo’n onderscheiding toch wat meer waarde. En dus besloot ik om het speldje in voorkomende gevallen voortaan daadwerkelijk te gaan dragen. Die gelegenheid kwam eerder dan verwacht.
Aanleiding was de crematie van Gerard Schipper. Zoals verwacht, was het extra druk daar op maandag 19 mei. De eersten die ik tegenkwam waren Harry Dijkstra en Astrid, maar eenmaal binnen gonsde het van de stemmen van mensen, die elkaar na lange tijd weer eens terugzagen. Veel wielervolk was er en dat is natuurlijk voor de hand liggend. Veelal oud-coureurs die met (of tegen) Gerard hebben gefietst. Zijn ploeggenoten uit de befaamde 100 km-ploegentijdrit in Engeland, waren er ook. En ik heb nu ook met eigen ogen kunnen zien, waarom Gerrit Solleveld “de tomaat” werd genoemd.
Maar de plechtigheid stond niet overdreven veel in het teken van het wielrennen. Integendeel, want Gerard had meer kwaliteiten, vooral als kundig klussenman, maar ook in zijn rol als opa van de kinderen van Arjan en schoondochter Chantal. Chantal voerde ook nog even het woord. Dat was niet alleen dapper, maar ook aangrijpend om naar te luisteren.
Het is in alle opzichten een waardig afscheid geworden van een bescheiden, maar groot sportman. Een aanpakker en een familie-man. Zijn familie zal verder moeten zonder hem. Dat het moeilijkwordt, is duidelijk.
Thuis gekomen heb ik eerst een verslag gemaakt van de Jeugdronde van Veendam en daarna de krant gepakt. Hè hè, eindelijk eens even tijd voor het krantje !
Maar die vreugde was van korte duur. Meestal maak ik altijd eerst een snel rondje door de krant om te zien wat er zoal in staat. En ja hoor, daar stond opnieuw weer iets vervelends. Een overlijdensadvertentie van Harry Rondhuis.
Harry kennen we bij de club vanaf de tachtiger jaren. Er stond toen bij de jeugdtrainingen op de Meerdijk altijd een belangstellende toe te kijken. Een beetje op afstand en we vroegen ons toen af, waarom hij zo geïnteresseerd was. Die man, dat bleek Harry Rondhuis te zijn. Hij stond te kijken, of de wielersport eventueel iets zou kunnen zijn voor zijn zoons. Wat hij zag, beviel hem wel en zo konden we korte tijd later zowel Thijs als Peter inschrijven als nieuwe jeugdleden.
Maar Harry bracht ook “centjes” mee. Als groothandel voor de horeca had hij de ambitie om zijn bedrijf te laten groeien en dat leidde toen tot sponsoring van onze jeugdafdeling, die in die tijd net bezig was om zich weer omhoog te werken na een mindere periode. Naar de huidige maatstaven stelde die sponsoring misschien niet zo heel veel voor, maar het gaf de jeugdafdeling een flinke “boost”.
Harry was niet alleen sponsor, maar als persoon ook erg betrokken bij het wel en wee van de wielersport. Hij was altijd uitstekend op de hoogte en voerde in vergaderingen regelmatig het woord. Met heel veel humor altijd.
“Je moet elkaar iets gunnen”, was zijn credo. Zijn sociale karakter kwam ook in de sponsoring volop tot zijn recht. Zo sponsorde hij de Ronde van Elp, de woonplaats van Luc Reinds, de Peddelaars-secretaris. Harry deed financieel mee, maar het werd wèl een nieuwelingen-criterium voor “kleine luyden”. Dat hield in, dat alleen die nieuwelingen mochten inschrijven, die nog niet in de toptien hadden gereden.
Harry’s groothandel ging over in andere handen en kreeg nieuwe namen. Zoals dat gaat tegenwoordig. Harry zelf is na verloop van tijd weer teruggekeerd naar zijn “roots” op het Hogeland in Groningen.
Sindsdien heb ik hem helaas niet meer gesproken. Dat is best jammer, want met Harry kon je altijd uitstekend “converseren”.
Net als bij Gerard Schipper het geval was, zullen een heleboel van de huidige leden geen “actieve herinnering” aan hem hebben, maar het is goed om hem te herdenken als iemand, die een niet te onderschatten bijdrage heeft geleverd aan de moderne ontwikkeling van onze club.
Zijn kinderen, in het bijzonder Thijs, wensen we heel veel sterkte toe voor de komende tijd.
Fred Haikens